Als je alcohol drinkt heb je ook vaak heel veel zin in een sigaret. Vaak ga je ook meer roken als je drank drinkt. Hoe komt dat eigenlijk? In de hersenen wordt het gebruik van het ene middel geassocieerd met het gebruik van het andere middel. Op het moment dat je drinkt wordt dan de behoefte om te roken getriggerd. Als je vaak rookt en drinkt tegelijk, worden deze middelen in je geheugen gekoppeld aan elkaar (net als bijvoorbeeld alcohol en uitgaan). Als je dan gaat drinken, roept dit sneller een herinnering aan roken op. Het gevolg is dat je sneller een sigaret opsteekt.
Wat is er bekend uit onderzoek over hoe dit werkt?
Uit onderzoek komen verschillende mogelijke verklaringen van dit fenomeen:
- Cross-sensitization: dit houdt in dat er een ‘gekruisde’ gevoeligheid optreedt. In de hersenen wordt het gebruik van het ene middel geassocieerd met het gebruik van het andere middel. Op het moment dat je drinkt wordt dan als het ware de gevoeligheid voor de behoefte om te roken getriggerd.
- Priming: een stimulus wordt sneller wordt herkend of er wordt sneller op gereageerd, omdat deze eerder is waargenomen. Dus als je roken en drinken regelmatig gecombineerd, worden deze middelen in het geheugen gekoppeld aan elkaar (net als bijvoorbeeld alcohol en uitgaan). Wanneer je vervolgens gaat drinken, roept dit sneller een herinnering aan roken op. Het gevolg is dat je sneller een sigaret opsteekt.
- Nog een andere mogelijke verklaring ligt in de hoek van de neurotransmitters. Uit onderzoek blijkt dat zowel het gebruik van alcohol als nicotine leidt tot dopamine-afgifte in de hersenen. Een van de redenen waarom dopamine van belang is, is dat de afgifte er van in het beloningscentrum van de hersenen zorgt voor een prettig gevoel. Het gebruik van alcohol of nicotine kan dit prettige gevoel dus tot stand brengen (hoewel er ook andere manieren zijn om deze dopamine afgifte te bereiken, bijvoorbeeld sporten). Hoe dit in de hersenen werkt kun je hier vinden. Uit onderzoek blijkt dat wanneer alcohol en nicotine gecombineerd worden, het prettige gevoel veroorzaakt door de dopamine-afgifte nog eens vergroot wordt. Het gaat hier dan wel om kleine hoeveelheden; op het moment dat er grotere hoeveelheden alcohol en nicotine worden gebruikt bestaat de kans dat de dopamine-afgifte uitgeput raakt. Waarom een persoon vervolgens dan toch veel drinkt en tegelijkertijd veel rookt, kan mogelijk verklaard worden doordat de dempende werking van alcohol wat wordt tegengewerkt door de stimulerende werking van nicotine.
Het is wel belangrijk om te benadrukken dat het hier gaat om uitkomsten van onderzoeken die zijn uitgevoerd op ratten. In hoeverre deze uitkomsten kunnen worden vertaald naar mensen blijft dus voorlopig de vraag.